LAT of NAPWaterstanden worden uitgedrukt ten opzichte van een referentieniveau. Dat geldt ook zo voor de dieptes en brughoogtes. |
|
LAT en NAP zijn referentie-niveaus ten opzichte waarvan waterstanden en dieptes worden uitgedrukt. Eenvoudig gezegd: het is de hoogte waar de "0" op de peilschaal staat. Wat is LATLAT = Lowest Astronomical Tide. Het is het niveau dat vrijwel op alle zee-kaarten wordt gebruikt. Bij het gebruik van zee-kaarten werk je dus het makkelijkste met LAT. LAT is het laagste getijden-niveau in de komende 19 jaar, voorspeld op basis van astronomische omstandigheden onder gemiddelde meteorologische omstandigheden. Er staat dus (bijna) altijd meer water dan dit niveau Wat is NAPNAP = Normaal Amsterdams Peil. Het is de referentie-hoogte waaraan alle hoogte-metingen in Nederland worden gerelateerd. NAP loopt bijna gelijk met WGS84 (World Geodetic System) waar GPS mee werkt. NAP is ongeveer gelijk aan de middenstand van het tij. Dus wanneer er bij NAP voldoende water op een wantij staat, dan kun je met half tij net over heen. Het verschil tussen NAP en LAT is op elke locatie anders. In QuickTide wordt dat vermeld als je een locatie selecteert. |
|
Waarom QuickTide LAT én NAP heeft
QuickTide is in te stellen op LAT of NAP, omdat beide systemen in omloop zijn. Daardoor kun je gebruiken wat je zelf het handigste vindt. Alle hoogtes en dieptes worden dan meteen vertaald naar de ingestelde referenties.
Sommige gebruikers passen al varend LAT toe, dan heb je in beeld hoeveel water er “boven de zee-kaart” staat. Bij communicatie met de sluizen of Brandaris is het gebruik van NAP vaak handiger. ZIj doen de mededelingen immers in NAP.
Alle gegevens intern QuickTide zijn vastgelegd in NAP. Ze worden omgerekend naar het ingestelde referentie-vlak van de locatie.
De diepte-gegevens QuickTide zijn opgeslagen met het referentie-vlak zoals in de bron aangegeven, dus zonder omrekenen. Voor Nederland is dat is meestal NAP; immers de lodingen gebeuren door Rijkswaterstaat en die zijn in NAP uitgedrukt.
Voor het Duitse Wad zijn de lodingen vaak ten opzichte van "gemiddeld HW" of weer een ander referentie niveau. Deze lodingen zijn voordat ze in QuickTide ingevoerd worden al omgerekend naar LAT.
Het omrekenen naar het in QuickTide ingestelde referentie-vlak geschiedt vanzelf, net zo als het omrekenen van de waterstanden.
Let op: dit omrekenen geschiedt op basis van de omreken-waarde op de referentie-locatie; en niet die op de locatie van de ondiepte.
Created with the Personal Edition of HelpNDoc: Effortlessly Create High-Quality Documentation with a Help Authoring Tool